Tagarchief: KRO

Heb ik genoeg? Met de KRO naar een PG afdeling

afbeelding: Oberazzi

Gisteravond kwam er op TV een interessante aflevering van ‘Heb ik genoeg?‘ voorbij. In dit programma krijgt de presentratice en lijdend voorwerp Karin de Groot iedere week een opdracht die het een en ander van haar vraagt. In de aflevering van gisteren wordt ze ‘verpleegster’, op een afdeling voor dementerende zorgvrager: heeft zij genoeg? Hier is de aflevering online te bekijken.

De aflevering begint na een korte intro met het begin van de dag: ochtend ADL! En hier zag ons aller Karin toch wat tegenop. Bij demente mensen dacht ze eigenlijk altijd aan ‘wassen’ en ‘overal poep’. Eerlijk en recht voor z’n raap. Natuurlijk heeft het werk ook wel een onaangename kant: Halverwege de aflevering wordt de drang naar frisse lucht zo groot dat ze zich even afzondert om bij een open raam te gaan uitwaaien. Ze is zichtbaar onder de indruk. En met de gebitten had ze niet eens rekening gehouden: ogen dicht en gaan voor het vaderland. Waarom de handschoenen overal afwezig zijn in de filmpjes vind ik wat vreemd. Contact met excreta lijkt me een indicatie voor het dragen van handschoenen. En met handschoenen aan wordt het allemaal een stuk draaglijker, al geef ik toe al enige tijd geen volle waskar meer te hebben geleegd…

De verzorgenden van de verpleegafdeling komen warm over; ‘hoe zou je zelf verzorgd willen worden’ is een vraag die ze binnen het team regelmatig herhalen, aldus een van de verzorgenden. Dat dat geen makkelijke vraag is op zo’n afdeling wordt duidelijk in een shot waarin Karin de Groot ontdaan is over de toestand van een van de bewoners nadat ze heeft geholpen met het douchen van de bewoner: ‘deze vrouw kan helemaal niks meer’.

Hoe kunnen we bepalen hoe we verzorgd willen worden als we in zo’n toestand zijn beland? Waar ga je in mee, waar leg je de grens? geeft een verzorgende aan. Spot on. De asymmetrie in de verhouding tussen bewoner en verzorgende is enorm. Het is dezelfde verzorgende die even verderop aangeeft dat ze vindt dat ze ‘mag’ zorgen. Mogen zorgen kan verschillende ladingen hebben, maar ik moest sterk denken aan de afhankelijkheid van de bewoners: hoeveel van dat ‘mogen zorgen’ is maatschappelijk bepaald: aan wie laten we de zorg voor (zeer) kwetsbare ouderen over? Wie mogen dat van ons? Ik denk dat het een grote verdienste is van de aflevering dat deze vraag zich opdringt, over een beroepsgroep met een relatief laag aanzien. Anne Mei The trekt zelfs parallellen tussen de werkzaamheden van gastarbeiders ‘toen en nu’. De werkjes die we zelf niet willen doen lieten we over aan medewerkers van allochtone komaf, om The ietwat kort samen te vatten. De ‘kleine wereldjes’ waarin deze zorg plaatsvindt op vele plekken in Nederland onttrekken het makkelijk aan het oog.

Tegelijkertijd is het ook een beroep waarin ook de zorgverlener kwetsbaar is. In al haar cognitieve overmacht heeft Karin het moeilijk tijdens het bieden van hulp bij het eten. ‘Dat vond ik heel naar. Ik dacht: ‘doe ik het niet goed?’ en even later:  ‘Ik geloof echt niet dat ik dit werk zou kunnen doen’. Ook het helpen met eten heb ik zelf al enige tijd niet veel gedaan, maar ik vond het altijd een moeilijke, maar leuke klus, zeker bij mensen in de latere fase van het dementieel proces. Ik heb altijd de indruk gehad dat hierbij meer nog dan bij de ADL tijdsgebrek funest is. Rammelende etenskarren, eten uit een keuken ver weg (geen tijd om het water in de mond te krijgen omdat het zo lekker ruikt op de afdeling), geen tijd voor een kauw- en slikproces dat soms veel trager gaat verlopen (slecht zittende kunstgebitten!). Zo bijna nietszeggend als het proces van eten, verteren en uitscheiden zich voltrekt bij goede gezondheid, zo veelbepalend kan het zijn bij een syndroom als dementie. Vijfenveertig minuten ben je meer dan eens kwijt… Van ‘mond tot kont’ is er oneerbiedig gezegd hulp nodig, de mens nadert op dat vlak de natuur waar we met riolen, zeep en tandpasta zover vandaan hebben weten te hollen.

Maar op sociaal vlak is het met een gewassen gezicht en een net pak nog steeds geen rozengeur en maneschijn. Joop is een man die behoorlijk in z’n eigen wereldje is teruggekeerd, om met de woorden van z’n vrouw te spreken. Al 3 jaar bezoekt ze haar man op de afdeling en sinds het laatste jaar is verbale communicatie flink veel moeilijker geworden. Een gesprek is niet te voeren, van het gebrabbel valt weinig te maken. Het accent van de vrouw doet me vermoeden dat ze van redelijke komaf is, of in ieder geval niet in minste milieu’s heeft verkeerd; hoe groot zal het contrast zijn geweest toen ze die ‘vreselijke beslissing’ moest nemen? De aflevering wordt besloten met een feestje waarin volop gedanst wordt.

Een mooie docu: zeker de moeite van het kijken waard. Weer een puntje d’r bij voor de KRO.

Getagged , , , ,