Evidence Based Injecteren: ‘Bovenste Buitenste Kwadrant’? Of …?

et is waarschijnlijk een van de meest bekende vuistregels binnen de verpleegkunde: het ‘bovenste buitenste kwadrant’. De meeste verpleegkundigen hoef je dan niet eens meer uit te leggen waar je het over hebt: het geven van een intramusculaire injectie in het dorsogluteale gebied. Het ezelsbruggetje is zo vastgebakken in het onderwijs en de praktijk dat ik tot op heden nog niet van een andere methode had gehoord om in dat gebied te injecteren. Maar er zijn redenen om aan te nemen dat het wel eens een van de vele rituelen zou kunnen zijn die ons vak ‘rijk’ is. Een injectie techniek die reeds sinds 1953 bekend is zou wel eens veel beter kunnen zijn…

Ventrogluteaal

Plaatsbepaling VG-injectie

Plaatsbepaling VG-injectie

Vandaag stuitte ik op een artikel1 dat een lans breekt voor het intramusculair injecteren in het ventrogluteale (VG) gebied. Hierbij wordt in de m. gluteus medius geïnjecteerd. Het VG-gebied vindt u als volgt in het geval een injectie aan de linkerzijde:

  1. plaats de palm van uw rechterhand op de trochanter (het ‘uitstekende’ deel van de femur)
  2. zoek de rand van het heupbot (crista iliaca)
  3. de wijsvinger wijst naar de voorzijde van de crista iliaca
  4. de middelvinger beweegt langs de crista naar achter zodat er een ‘V’ ontstaat tussen wijsvinger en middelvinger
  5. de injectieplaats bevindt zich tussen de eerste knokkels van de wijs- en middelvinger

Voor een injectie aan de rechterzijde wordt de linkerhand gebruikt.

De VG-methode zou veiliger zijn dan de gebruikelijke injectie in m. gluteus maximus. Een publicatie uit 20003 geeft aan dat er geen enkele complicatie is gemeld bij injectie het VG gebied. Bij injectie in het dorsogluteale gebied is m.n. beschadiging van de nervus ischiadicus een voor de hand liggende complicatie. Verder zijn o.a. gerapporteerd: huiddefecten, abcesvorming, spierbeschadiging, contracturen en verlammingen2,4. Niettemin kan er gezegd worden dat als iets weinig wordt gebruikt er ook een kleinere kans is dat (zeldzame) complicaties optreden en vervolgens worden vermeld. in de hieronder genoemde artikelen wordt de VG-methode doorgaans door zo’n 5% van de verpleegkundigen gebruikt. Anatomisch klinkt een keuze voor de VG-methode echter plausibel: er lopen geen grote bloedvaten en zenuwbanen in het gebied en de gluteus medius is doorgaans voldoende dik.

Met 12 miljard geschatte IM injecties per jaar wereldwijd2 kan een kleine verbetering per injectie resulteren in een grote reductie van het absolute aantal complicaties. De literatuur lijkt bol te staan van VG-proponenten. Helaas ben ik geen robuust onderzoek tegengekomen dat de twee methoden tegen elkaar afzet. (wat schandelijk te noemen is!)

Kortom: voer voor discussie!

  1. Cocoman, A. & Murray, J. (2010). Recognizing the evidence and changing practice on injection sites. British journal of nursing (Mark Allen Publishing), 19(18):1170-1174. [Pubmed]
  2. Nicoll, L. H. and Hesby, A. (2002). Intramuscular injection: an integrative research review and guideline for evidence-based practice. Applied nursing research : ANR, 15(3):149-162.
  3. Rodger, M. A. & King, L. (2000). Drawing up and administering intramuscular injections: a review of the literature. Journal of advanced nursing, 31(3):574-582. [Pubmed]
  4. Walsh, L. & Brophy, K. (2011). Staff nurses’ sites of choice for administering intramuscular injections to adult patients in the acute care setting. Journal of advanced nursing, 67(5):1034-1040. [Pubmed]
Getagged

4 thoughts on “Evidence Based Injecteren: ‘Bovenste Buitenste Kwadrant’? Of …?

  1. kim schreef:

    Leuk artikel, alleen plaats bepaling klopt niet!!

Plaats een reactie